Het Nederlandse midden- en kleinbedrijf betaalt meer rente op bankkredieten dan bedrijven in andere eurolanden. Ook in vergelijking met grote Nederlandse bedrijven zijn kleine ondernemers duurder uit.
Dat blijkt uit een studie van onderzoekers van De Nederlandsche Bank (DNB). Ze vergeleken de kosten voor de verschillende kredieten en geven er een verklaring voor.
Kleine bedrijven kunnen vaak geen aandelen of obligaties uitgeven om geld op te halen. Ook andere financieringsvormen, zoals crowdfunding, bieden voor veel ondernemers geen soelaas. En dat is een probleem. De afgelopen tien jaar daalde de kredietportefeuille aan het mkb bij de Nederlandse banken. Daarnaast worden Nederlandse mkb-aanvragen vaker afgewezen dan in andere eurolanden. En het Nederlandse mkb betaalt meer rente dan het mkb in andere eurolanden, en ook meer dan het Nederlands grootbedrijf.
Het verschil, dat kan oplopen tot 0,8 procentpunt, is deels te verklaren. De kosten voor een klein krediet zijn relatief hoog. Het mkb betaalt ook een hogere risicopremie, omdat ze vaker failliet gaan. Ook speelt mee dat de kredietwaardigheid van bedrijven niet altijd goed is in te schatten, waardoor banken zekerheidshalve maar een hogere rentevergoeding vragen.
Maar er spelen ook andere factoren mee, volgens de onderzoekers. Ze wijzen erop dat het aantal banken waaruit het mkb kan kiezen, in Nederland het laagst is van alle eurolanden. En dat is niet bevorderlijk voor de concurrentie.
Bij het grootbedrijf is er geen verschil tussen de rente op Nederlandse kredieten en die in andere eurolanden. Dat komt omdat de grote bedrijven minder afhankelijk zijn van één bank. Dat geeft ze een betere onderhandelingspositie.
Met een hoge rente wordt het Nederlandse mkb op achterstand gezet. Investeren is dan duurder in Nederland dan in het buitenland en hoe hoger de rente, hoe sneller een investering niet loont en dus niet gedaan zal worden. Dat drukt de groei van het mkb, toch de grootste banenmotor van de economie.
De onderzoekers geven ook mogelijke oplossingen. Zo moet het voor het mkb makkelijker worden om financieringsvormen te kunnen vergelijken. Daarnaast moet Europese wetgeving het gemakkelijker maken dat buitenlandse financiers de Nederlandse markt kunnen betreden. Dat zal tot meer concurrentie en lagere tarieven leiden, verwachten de onderzoekers.